Terwijl Suriname zich voorbereidt op zijn eerste diepwaterontwikkeling, drong de president van Guyana, Irfaan Ali, er bij de regering en de particuliere sector van dat land op aan om 'vroegtijdig te handelen' bij het leggen van de basis voor zijn economische transformatie op de lange termijn. Tijdens een recente conferentie in Suriname zei Ali dat planning, investeringen in infrastructuur en de ontwikkeling van menselijk kapitaal essentieel zijn om ervoor te zorgen dat olierijkdom zich vertaalt in duurzame groei en verbeterde levensomstandigheden.

"Suriname staat op het punt een opwaartse economische groei te realiseren. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voorspelt dat met een intensievere olieproductie uw groei in 2028 kan stijgen tot 55%. Maar laat me eerlijk zijn: dit zal een aanzienlijke economische bloei zijn, maar het zal niet vanzelf gebeuren. Het vereist sterk en stabiel leiderschap," adviseerde Ali.

Ali zei dat belangrijke sectoren vóór de eerste olie moeten worden versterkt, waaronder logistiek en transport, opslag en warehousing, haven- en walbasisfaciliteiten, afvalbeheer en technische ondersteuningsdiensten. "De opschaling van de offshore-olieproductie vereist aanzienlijke onshore-ondersteuning. Het gaat niet alleen om infrastructuur; het gaat om de mensen die in deze industrieën zullen werken. Dit betekent dat onderwijs en training nu prioriteit moeten krijgen," zei hij. Hij moedigde de particuliere sector van Suriname aan om samen te werken met hun Guyanese tegenhangers en gebruik te maken van de expertise en lessen die zijn geleerd uit het ontwikkelingstraject van Guyana.

"We hebben infrastructuur gebouwd, we hebben opleidingsinstituten en -programma's opgezet, en we hebben goede ervaring opgedaan met offshore-exploratie en ondersteunende diensten... Voel je vrij om samen te werken met de particuliere sector van Guyana bij het coördineren en opbouwen van partnerschappen om te voldoen aan de toekomstige vereisten van Suriname," moedigde hij aan.

Suriname zal miljarden aan olie- en gasinkomsten ontvangen van zijn eerste offshore-olieproject, de ontwikkeling van Block 58 van US$ 10,5 miljard. Het Gran Morgu-veld bevat naar schatting 750 miljoen vaten olie, waarvan de eerste olie in 2028 wordt verwacht. Een drijvend productie-, opslag- en losschip (FPSO) zal tot 220.000 vaten per dag produceren uit ongeveer 30 putten.

TotalEnergies lanceerde in januari een nieuwe boorcampagne in Blok 64, verder ten noordoosten van Blok 58, waar ze al vijf ontdekkingen hebben gedaan. Het energiebedrijf gaat verder met de ontwikkeling van het Gran Morgu-project. De Nederlandse floaterspecialist SBM Offshore heeft, in samenwerking met Technip Energies, contracten gekregen om het FPSO-schip voor het project te bouwen en te installeren. (OilNow)