INGEZONDEN - Surinaamse politieke partijen en politici hebben het steeds over de aanpak van corruptie en transparantie. Prachtige intenties die tot nu toe niet hebben geleid tot functionele motivaties, noch tot doordachte, specifiek uitgewerkte en transparant uitgevoerde actieplannen. Hierin zijn we niet zo sterk – intenties om actieplannen te maken – want ondanks de grondstofrijkdommen zijn we nog steeds in potentie één van de rijkste landen op aarde, maar in werkelijkheid nog steeds een ontwikkelingsland. Het is begrijpelijk dat je onterechte beschuldigingen niet accepteert, maar alleen ingaan tegen terechte beschuldigingen is ruim onvoldoende om welvaart te brengen. In een persbericht stond: ”Oude politieke partijen hebben geen substantieel verschil kunnen uitmaken in de vooruitgang van Suriname, want wanneer de politici aan de macht zijn, ondergaan ze een metamorfose.” De bedoelde metamorfose is niet die van een lelijke rups die verandert in een prachtige vlinder, maar van intenties en beloften naar een ouderwets bestuur zoals Suriname dat al jaren heeft moeten ondergaan. Dat gebeurt niet alleen in Suriname, maar als arm ontwikkelingsland is de impact enorm. Veel beloven tijdens verkiezingscampagnes in de verkiezingsroes, met gebruikmaking van onder andere een verouderde kraaltjesmethode – slechts een focus op eetpartijen, njang naga dringi – en anderen terecht of onterecht vals bekladden, om na de verkiezingen gewoon weer te veranderen in inhumaan, ondemocratisch, egocentrisch beleid dat de beloften en wensen van het volk niet respecteert. Zo kunnen we niet doorgaan als we een ontwikkeld land willen worden. Wie wil nog steeds de terugkerende kraaltjesbeloften horen, om uiteindelijk blootgesteld te worden aan niet-uitgewerkte intenties die Suriname de ontwikkelingslandstatus laten behouden? En niemand is fout, die anderen zijn fout bezig of bezig geweest. De ‘a no mie’-houding voorspelt geen structurele verandering, maar de continuering van het al jaren falend beleid. Dit belooft geen daadwerkelijke en effectieve aanpak, gebaseerd op zelfevaluaties, acceptatie van effectieve feedback, verwerking ervan, er lering uit trekken en effectief werken aan verbetering – het upgraden van het beleid.

Zo kunnen we echt niet doorgaan. Het roer moet worden omgegooid, want met zoveel rijkdommen en bodemschatten en een relatief kleine bevolking is het niet nodig dat een deel van het Surinaamse volk in armoede leeft. Gas- en olie-inkomsten zullen geen echte vooruitgang brengen met alleen intenties en het beloven van kraaltjes, net zoals het is gegaan met andere rijkdommen en bodemschatten die het volk volgens de kralenbelofte ook rijk zouden maken. Zonder een gemotiveerde, functionele, echte planning en uitwerking zal Suriname niet groeien naar een ontwikkeld land, maar slechts enkelen – en vooral buitenlanders. Daar kom je niet onderuit, maar voor ons is een bestuurssysteem nodig van daadwerkelijke, planmatige, functioneel bruikbare uitwerkingen, gebaseerd op doordachte programma’s met Suriname en haar bevolking op de eerste plaats. We moeten evolueren naar een hogere en betere versnelling met een kordaat uitgewerkte, goed gemotiveerde theoretische aanpak, waaruit functioneel beleid voortvloeit. Een evolutie die weliswaar enige tijd zal duren, maar ons uiteindelijk naar een hoger spiritueel, mentaal, financieel, gezondheidszorg-, educatief-, arbeids- en sociaal niveau zal brengen. Leiders, politici en politieke partijen zullen hierin voorlopers moeten zijn. Welke leiders zijn inderdaad bereid om vanuit hun functie het besturen conform deze beleidsevolutie naar een hogere versnelling te stuwen door het oppakken en uitvoeren van deze zeer urgente en levensverbeterende aanpak? Hoe wil je als leider, politicus of politieke partij uiteindelijk in de Surinaamse geschiedenis vermeld worden? Let’s put our money where our mouth is. Voeg de daad bij het woord. Let’s make it happen – laten we het echt laten gebeuren, namelijk Suriname tot een ontwikkeld land maken en Suriname en de Surinamers meer geven dan tot nu toe voornamelijk windeieren.

Dr. Glenn Leckie
Klinisch Psycholoog